Gesubsidieerde Contractueel (GECO)
Naar een structureel steunbeleid voor de sector
De geco-maatregel is de vaakst gebruikte steunmaatregel bij tewerkstelling in de Brusselse socialprofitsector. Eind 2017 subsidieerde het gewest ongeveer 10.000 geco-jobs waarvan er meer dan 7.000 overeenstemmen met de maatregel 'Programmawet' (vzw en bestuur) en 2.500 zijn geco's 'Lokale besturen'.
De bedoeling van het 'geco-beleid', dat tot stand kwam in het begin van de jaren '80, bestond erin niet-tewerkgestelde werkzoekenden opnieuw te integreren op de arbeidsmarkt. Geleidelijk aan werd dat geco-beleid ook een onmisbare, structurele ondersteuning voor de ontwikkeling van bepaalde socialprofitdiensten. Momenteel zijn er heel wat actoren die allemaal op termijn een oplossing willen vinden om uit die dualiteit te geraken en om van deze jobs duurzame jobs te maken, wat nodig is om de opdrachten te verwezenlijken van de vzw's, met het oog op hun akkoorden en overeenkomsten met de Franse Gemeenschapscommissie, de GGC en het gewest.
Het nut van de geco-regeling voor de werkgevers is dubbel:
- Een geco-premie;
- Een vermindering van het basisbedrag voor de sociale bijdragen.
Het Brussels Gewest kent via ACTIRIS 'geco-premies' toe, gekoppeld aan barema's (geïndexeerde overheidsfuncties). Het geco-systeem voorziet in 19 soorten premies (forfait, enz.). Het basispercentage van de tussenkomst bedraagt 95 %, maar kan worden verhoogd tot 100 %, naargelang de middelen van de verenigingen. Het basisbedrag voor de sociale bijdragen wordt beperkt tot 0,56 %.
Ondanks deze steun worden de werkgevers geconfronteerd met een problematiek van onderfinanciering, ook wel het 'geco-differentieel' genoemd. De werkgevers moeten aan de geco's loonsvoorwaarden en werk aanbieden zoals aan gewone werknemers, terwijl de financiering minder bedraagt. Het is immers zo dat de 'non-profitbarema's' van de Franse Gemeenschapscommissie en van de GGC vaak voordeliger zijn, wat de werkgever verplicht om een loondifferentieel te dekken voor zijn werknemers met een geco-overeenkomst (met gelijk werk en gelijk loon). Bovendien houdt de geco-premie enkel rekening met de geco-anciënniteit, terwijl de werkgever verplicht is om de volledige anciënniteit in de sector in aanmerking te nemen. Ten slotte moeten de werkgevers voor hun geco-werknemers ook de nieuwe voordelen toepassen die voortvloeien uit de non-profitakkoorden, terwijl ze geen bijkomend budget krijgen om dit te doen, wat het geco-differentieel nog verhoogt (voorbeelden: toekennen van extra verlofdagen, premies, enz.).
Dit werd ook als krachtlijn in het Memorandum BRUXEO 2019 geschreven - pagina 12 (klik hier).