Het antwoord van de minister van Werkgelegenheid Clerfayt over de besparingen bij Actiris
BRUXEO heeft op 13 november een ontmoeting gehad met de minister van Tewerkstelling om antwoorden te krijgen op een aantal vragen uit de BRUXEO-nieuwsbrief van oktober.
De minister bevestigde dat in de ontwerpbegroting geen rekening is gehouden met de index (+/- 2,5 miljoen € indien geïndexeerd vanaf april 2020) en de anciënniteit (+/- 1,8 miljoen €) van de GECO-programmawet (non-profit). De minister, die zich bewust is van het belang van het GECO-systeem voor de Brusselse social-profit ondernemingen en van de kosten die deze budgettaire realiteit voor de werkgevers met zich meebrengt, benadrukte echter de wens om bij de eerste begrotingsaanpassing in 2020 het nodige budget te verkrijgen om hiermee rekening te houden. BRUXEO verzoekt de minister er uiteraard op toe te zien dat deze begrotingsaanpassing met terugwerkende kracht de kosten in verband met de anciënniteit sinds 1 januari 2020 dekt.
Een parlementaire vraag van 15 november van mevrouw BIanca Debaets (CD&V) over de "recente aankondigingen over de aan Actiris toegewezen middelen" verzekert ons dat "de middelen die Actiris uitgeeft ter ondersteuning van de gesubsidieerde arbeidscontractanten (GECO) of het beleid ter ondersteuning van de werkgelegenheid (B. Clerfayt) niet zullen worden verminderd".
De minister voegt daar aan toe "Het klopt dat de begroting voor de gesco's niet werd verhoogd om rekening te houden met de indexering en anciënniteit. De Brusselse regering heeft bij de opmaak van de begroting 2020 de bijbehorende budgetten niet toegekend, maar beloofde dat wel te doen bij de begrotingsaanpassing als er moet worden geïndexeerd (B. Clerfayt)."
BRUXEO wijst erop dat de minister hier verwijst naar de indexering en niet naar de inaanmerkingneming van de anciënniteit zoals bevestigd op de vergadering van 13 november.
Bron: http://weblex.irisnet.be/data/crb/cri/2019-20/00007/images.pdf
Tot dan zal BRUXEO dus waakzaam blijven bij de uitvoering van deze beloften en blijft uiteraard ter beschikking van de minister om deze kwestie te bespreken.