Vrijwilligerswerk: Wettelijk Kader

Inleiding

Het belang van vrijwilligerswerk voor de socialprofitsector is onmiskenbaar. In België voert 8% van de bevolking vrijwilligerswerk uit, met een gemiddelde tijdsinvestering van 4 uur per week. Vrijwilligers, zowel jongeren als senioren, zijn actief in de verschillende sectoren van de socialprofitsector, maar in uiteenlopende verhoudingen. De cultuur- en socioculturele sector staat op de eerste plaats qua vrijwilligersactiviteit (23% van het vrijwilligerswerk vindt hier plaats), gevolgd door sport (18%), sociale hulp (13%), onderwijs-opleiding-onderzoek (12%), belangenbehartiging (11%), en jeugdwerk (11%). Ten slotte volgen de religieuze sector (6%) en de gezondheidszorg (4,5%). Vrijwilligerswerk wordt gereguleerd door de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, die de rechten van vrijwilligers en de verplichtingen van de organisaties die hen verwelkomen, vastlegt. Naast deze wet gelden ook andere specifieke regels, fiscale circulaires en koninklijke besluiten. 

Definitie

Volgens de wet van 3 juli 2005 wordt vrijwilligerswerk gedefinieerd als elke activiteit: 

  • die wordt verricht zonder vergoeding of verplichting;

Vrijwilligerswerk is in principe onbezoldigd en geheel vrijwillig. 

  • die wordt verricht ten voordele van een of meer andere personen dan degene die de activiteit uitoefent, een groep of organisatie, of de gemeenschap als geheel;

Vrijwilligerswerk is dus bedoeld om anderen te helpen, niet jezelf! 

  • die wordt georganiseerd door een andere organisatie dan de familiale of privéomgeving van degene die de activiteit uitoefent;

Hulp aan je partner, ouders, enzovoort kan niet als vrijwilligerswerk worden beschouwd. 

  • en die niet door dezelfde persoon en voor dezelfde organisatie wordt verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een benoeming als statutair ambtenaar;

Men kan niet tegelijk als betaalde werknemer en als vrijwilliger dezelfde taak voor dezelfde werkgever uitvoeren. Vrijwilligerswerk mag niet worden gebruikt om overuren te vermijden. 

Voor welke organisaties kan ik vrijwilligerswerk doen?

De term "organisaties" in de definitie van vrijwilligerswerk omvat: 

  • Verenigingen (vzw, ivzw) 
  • Publieke organisaties (gemeentebesturen, OCMW’s, instellingen van openbaar nut…) 
  • Feitelijke verenigingen (wijkcomités, ouderverenigingen…) 
  • Stichtingen 

Het nastreven van winst is niet verenigbaar met vrijwilligerswerk: het is niet mogelijk om vrijwilligerswerk te verrichten voor een commerciële onderneming of een zelfstandige. 

Wie kan vrijwilliger zijn?

Voor bepaalde categorieën personen gelden specifieke voorwaarden voor toegang tot vrijwilligerswerk. Het is immers niet altijd duidelijk of er vooraf bepaalde stappen moeten worden gezet. 

  • De wet voorziet geen leeftijdsgrens, zodat zowel minderjarigen als senioren toegang hebben tot vrijwilligerswerk. 
  • Werklozen kunnen vrijwilligerswerk verrichten en hun werkloosheidsuitkering behouden. Ze moeten dit echter vooraf schriftelijk melden via formulier C45B bij hun uitbetalingsinstelling (HVW of vakbond). 
  • Personen die brugpensioen ontvangen, moeten hun vrijwilligersactiviteit op dezelfde manier als werklozen melden bij hun uitbetalingsinstelling. 
  • Asielzoekers die in een opvangcentrum verblijven, moeten hun verantwoordelijke maatschappelijk werker op de hoogte brengen. 
  • Voor personen die arbeidsongeschikt zijn, is een positief advies van de adviserend arts vereist. Deze moet bevestigen dat de vrijwilligersactiviteit compatibel is met de gezondheidstoestand van de persoon. 
  • Personen die een leefloon ontvangen en vrijwilligerswerk willen doen, moeten hun maatschappelijk werker bij het OCMW hiervan vooraf op de hoogte stellen. 
  • Het ontvangen van een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, een gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GRAPA) of kinderbijslag is verenigbaar met het vrijwilligersstatuut en vereist geen specifieke stappen. 

Is een contract nodig ?

De relatie tussen een werkgever en een vrijwilliger wordt niet beschouwd als een arbeidsrelatie, en een contract zoals bedoeld in de wet van 3 juli 1978 is niet nodig. Wel moeten vrijwilligers vóór de aanvang van hun activiteit bepaalde informatie ontvangen: 

  • Het belangeloze doel en de juridische status van de organisatie; indien het om een feitelijke vereniging gaat, de identiteit van de verantwoordelijke(n) van de vereniging. 
  • Het verplichte bestaan van een verzekeringscontract en de gedekte risico’s. 
  • Eventuele onkostenvergoeding, de aard van deze vergoeding en de gevallen waarin deze wordt uitbetaald. 
  • Indien van toepassing, de geheimhoudingsplicht of het beroepsgeheim, zoals bepaald in artikel 458 van het Strafwetboek. 

 

De wet voorziet geen specifieke manier om deze informatie te verstrekken. Ze kan dus schriftelijk (informatienota, e-mail, brochures) of mondeling worden meegedeeld. Voor de veiligheid is een ondertekende overeenkomst door de vrijwilliger ideaal. 

Aansprakelijkheid van vrijwilligers

De wet verplicht organisaties om ten minste een verzekering af te sluiten die de burgerlijke aansprakelijkheid van hun vrijwilligers dekt. Alleen feitelijke verenigingen zonder betaalde werknemers en die geen deel uitmaken van een bredere structuur, zijn van deze verplichting vrijgesteld. In dat geval moet de vrijwilliger ervoor zorgen dat hij of zij gedekt is door een familiale verzekering. Een organisatie is echter niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een vrijwilliger aan derden indien de fout ernstig, herhaaldelijk of opzettelijk is. Bovendien ontslaat de wet de vrijwilliger niet van zijn of haar strafrechtelijke aansprakelijkheid. De organisatie is ook niet verantwoordelijk voor schade die een vrijwilliger zichzelf zou kunnen toebrengen. 

GOED OM TE WETEN : In Brussel kan een gratis verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid voor vrijwilligerswerk worden afgesloten bij de Cocof. Alle informatie hierover vindt u op de website van de Cocof. 

Onkostenvergoedingen

Hoewel vrijwilligerswerk en loonbetaling tegenstrijdig lijken, laat de wet toe dat verenigingen hun vrijwilligers onkosten vergoeden. Reiskosten, maaltijden en andere uitgaven zouden kandidaten zonder of met beperkte middelen immers kunnen afschrikken. Er zijn twee vergoedingssystemen voorzien, maar let op: in hetzelfde kalenderjaar (fiscale jaar) mag een vrijwilliger slechts onder één systeem vallen (werkelijke kosten of forfaitaire vergoedingen). Indien de vrijwilliger actief is in meerdere verenigingen, moet hij of zij kiezen voor één systeem van vergoeding. Een organisatie die meerdere vrijwilligers inzet, kan daarentegen beide vergoedingssystemen gebruiken. 

  • Terugbetaling van werkelijke kosten*

De vrijwilliger wordt vergoed voor werkelijke kosten tegen inlevering van bewijsstukken (factuur, kassabon, treinticket…). Er geldt geen maximumplafond voor deze kosten. De organisatie moet deze uitgaven bijhouden in een administratie en bewijsstukken en onkostennota’s van de vrijwilligers ontvangen, met vermelding van de activiteit en de datum die de terugbetaling rechtvaardigen. De organisatie hoeft geen aangifte te doen bij de RSZ of de fiscus, en de vrijwilliger hoeft deze vergoedingen niet op te geven in zijn of haar belastingaangifte. 

  • Forfaitaire vergoeding

Bij de forfaitaire vergoeding hoeft de realiteit van de uitgaven niet met bewijsstukken aangetoond te worden. Er gelden echter twee maximumplafonds: €41,48 per dag en €1.659,29 per jaar (bedragen geldig van 1 januari tot 31 december 2024). Deze bedragen worden jaarlijks in januari geïndexeerd. Deze plafonds zijn maxima en de organisatie is nooit verplicht om de vrijwilliger tot aan het wettelijke plafond te vergoeden

! Deze plafonds zijn hoger voor de sportsector, dag-/nachtwachten en het niet-dringend medisch vervoer van liggende patiënten.

Wat gebeurt er bij overschrijding van een vergoedingsplafond? In dat geval kan de persoon zijn of haar vrijwilligersstatus verliezen, en worden alle vergoedingen voor het betreffende jaar als belastbaar inkomen beschouwd. 

Handige links :

Met de steun van :

Image1_0.jpg

Media Folder: 
Contactpersoon
Sophie Van Goethem
Sophie
Van Goethem
02 210 53 00