Ergonomie op het werk en Preventie van musculoskeletale aandoeningen

Inleiding

Context

Lendenpijn, tendinitis en andere musculoskeletale aandoeningen (hierna “MSA”) zijn verantwoordelijk voor een hoge graad van ziekteverzuim bij werknemers. In België zou immers één derde van alle erkende beroepsziekten daarmee verband houden.

In het verleden was de preventie van musculoskeletale aandoeningen op het werk nauwelijks gereglementeerd: de bepalingen van boek VIII van de Codex over het welzijn op het werk hadden enkel betrekking op beeldschermwerk, de manuele behandeling van lasten en op werk- en ruststoelen.

Het was dus hoog tijd om specifieke bepalingen uit te werken voor de preventie van MSA. Dat is nu gebeurd met het nieuwe “koninklijk besluit tot wijziging van boek VIII van de Codex over het welzijn op het werk met betrekking tot ergonomie op het werk en preventie van MSA”, dat in werking is getreden op 25 mei 2024.

Inwerkingtreding

Het KB voorziet niet in overgangsmaatregelen. De werkgever dient zich dus zo snel mogelijk te schikken naar de nieuwe bepalingen. De FOD Werkgelegenheid heeft echter erkend dat de ondernemingen de nodige tijd zouden krijgen om ervoor te zorgen dat ze voldoen aan de nieuwe regelgeving.

Toepassingsgebied

Voor wie is dit van toepassing? Elke structuur met ten minste één werknemer. Ongeacht hun grootte moeten non-profitorganisaties er dus voor zorgen dat ze aan MSA-preventie doen om de gezondheid van hun werknemers te beschermen.

Nieuwigheden 

DEFINITIES

Er worden 4 begrippen geïntroduceerd en op nauwkeurige wijze gedefinieerd: de preventieadviseur-ergonoom, ergonomie op het werk, musculoskeletale aandoeningen (MSA) en musculoskeletale risico’s. 

VERPLICHTINGEN

De nieuwe regelgeving definieert ook nieuwe verplichtingen voor de werkgever: 

1. Werkposten:

Werkgevers moeten rekening houden met ergonomie wanneer ze nieuwe werkposten creëren en bestaande werkposten aanpassen. Dit geldt bijvoorbeeld bij de keuze en de opstelling van kasten (hoogte?), stoelen en tafels (aanpasbaar, regelbaar in de hoogte?), verlichting (goede verlichting van de werkpost), kabels enzovoort.

Voorbeelden van goede praktijken zijn te vinden op:

2. Risicoanalyse en preventiebeleid:

Werkgevers moeten een beleid van MSA-preventie uitstippelen nadat ze een analyse van de musculoskeletale risico’s hebben gemaakt. Die analyse moet inzonderheid rekening houden met de in de tekst genoemde biomechanische risico’s:

  • het gebruik van bovenmatige kracht bij het uitvoeren van bepaalde veeleisende taken;

  • herhaalde repetitieve bewegingen;

  • de duur van de taak;

  • werkhoudingen;

  • werkbewegingen;

  • en kracht van het contact.

Er bestaan vele tools om de werkgever te helpen een volledige analyse te maken:

3. Betrokken personen:

De werkgever is verantwoordelijk voor de risicoanalyse en de preventiemaatregelen maar moet daarbij ten minste de hierna genoemde personen betrekken:

  • De preventieadviseur van de interne preventiedienst.
  • De preventieadviseur-ergonoom: zijn/haar interventie is facultatief, tenzij in een aantal situaties die uitdrukkelijk worden vermeld in de Codex, bijvoorbeeld wanneer de complexiteit van de analyse dat vereist.  (Link naar de bewuste situaties)

4. Informatie en opleidingen:

De werknemers en het comité voor preventie en bescherming op het werk moeten worden opgeleid en geïnformeerd in verband met musculoskeletale risico’s op het werk, meer bepaald wat betreft de aard van de risico’s en de factoren van musculoskeletale risico’s op het werk, de preventiemaatregelen en de rol die de hiërarchische lijn in dit kader vervult.

FREQUENTIE

De Codex bepaalt dat de noodzaak om de risicoanalyse te actualiseren ten minste eenmaal per jaar moet worden onderzocht. De analyse moet hoe dan ook worden geactualiseerd bij elke wijziging die gevolgen kan hebben voor de blootstelling van de werknemers aan musculoskeletale risico’s.  Zo zouden de preventiemaatregelen moeten worden aangepast indien er vaker aan telewerk wordt gedaan of indien vaste pc’s worden vervangen door draagbare pc’s.

Sancties

Het koninklijk besluit voert geen nieuwe sanctieregeling in voor het geval waarin de werkgever zijn verplichtingen inzake MSA-preventie niet in acht zou nemen. In geval van niet-naleving van de bepalingen van de Codex over het welzijn op het werk wordt de werkgever bestraft met een sanctie van niveau 3 (i.e. een strafrechtelijke geldboete van € 800 tot € 8.000 of een administratieve geldboete van € 400 tot € 4.000). Deze sanctie wordt verzwaard tot niveau 4 indien de niet-naleving van de bepalingen van de Codex heeft geleid tot gezondheidsproblemen voor de werknemer of tot een arbeidsongeval. In een dergelijk geval kan de werkgever worden bestraft met ofwel een gevangenisstraf (van 6 maanden tot 3 jaar) en/of een strafrechtelijke geldboete van € 4.800 tot € 48.000 of een administratieve geldboete van € 2.400 tot € 24.000.

Naast de vrees om te worden bestraft, is het belangrijk dat de werkgever zich bewust wordt van het belang om een doeltreffend beleid van welzijn op het werk uit te stippelen. Bescherming van de gezondheid van zijn werknemers, een grotere tevredenheid en een betere inzet van die werknemers … hij kan er alleen maar wel bij varen.

Nuttige links

ABBET, de Brusselse vereniging voor welzijn op het werk, helpt Brusselse vzw’s om hun beleid inzake welzijn op het werk te ontwikkelen. Begeleiding bij risicoanalyses, opleidingen, bewustmaking enzovoort. Het gaat om een onmisbare speler die elke werkgever kan helpen om een beleid van welzijn op het werk ten uitvoer te leggen dat beantwoordt aan de verschillende wettelijke vereisten.

Gesteund door :

Contactpersoon
Sophie Van Goethem
Sophie
Van Goethem
02 210 53 00